Amstel 144-162 *

Amstel 144-162 *, Jan Slaghek, 29 mei 1899

29 mei 1899
De eerste steen gelegd
door
Jan Slaghek oud 5 jaar

Datum van steenlegging

29 mei 1899

Steenlegger(s)

Jan Slaghek

Achtergrond steenlegger(s)

Jan Slaghek (Amsterdam 8 maart 1894-na 1948) was het tweede kind en de eerste zoon van Egbertus Rudolphus Evert Slaghek (Antwerpen 1866-Bussum 1916) en Anna Maria Josephina Heslenfeld (1864-1939). Het echtpaar had zeven kinderen.




Pand

De architect van het pand was Antonius (Anton) Jacobus Joling (1857-1934). Joling was een leerling van dr. P.J.H. Cuypers (Rijksmuseum, Centraal Station). Joling had een goede relatie met zijn opdrachtgever, de firma Bensdorp, en met name met Francois Théodore Bensdorp, die op Amstel 144 woonde. Voor Bensdorp ontwierp hij een aantal verbouwingen en ook nieuwbouw van woonhuizen, kantoor-en fabrieksgebouwen, het ketelhuis van deze stoomfabriek, magazijnen en een paardenstal. Het Stadsarchief heeft hiervan bouwtekeningen uit de periode 1895 tot en met 1907 (op een bouwtekening Binnen Amstel/Paardenstraat van 1896 staat: 'Stoomfabriek van chocolade, pepermunt en suikerwerken').
Aan de decoratie van zijn gebouwen werkten beeldende kunstenaars mee, zoals de tegelontwerper Theo Molkenboer (1871-1920). Bovenin de gevel is een jaartal-tegeltableau te zien (‘1899’).



Relatie tussen steenlegger en pand

Egbert Slaghek, de vader van Jan, was mededirecteur van de Amsterdamse cacao- en chocoladefabriek Bensdorp. Hij was een stiefzoon van de Amsterdamse koopman G.C. van Veen; Van Veen was medefirmant van de Bensdorp-fabriek in Bussum. In 1898-1899 werd voor de firma Bensdorp aan de Amstel 144-162 een nieuw kantoorpand gebouwd.

Cacao- en chocoladefabrief Bensdorp

Gerardus Bernardus Bensdorp (1812-1882) was een meester-broodbakker uit Amsterdam. Hij specialiseerde zich tot confiseur en chocolatier. In 1840 stichtte hij de Fabriek van Chocolaad, met als eerste adres Kerkstraat 184 (nu nr 101). Uiteindelijk kwam de fabriek terecht aan de (Binnen)Amstel en de Paardenstraat. In 1884 werd in Bussum een tweede fabriek geopend. Per 1 januari 1899 was de CV Bensdorp omgezet in de ‘NV Hollandsche Cacao- en chocoladefabrieken voorheen Bensdorp & Co’, met als directeuren Francois Theodore Bensdorp en Egbert Slaghek. In 1926 werden de Amsterdamse fabriek en het hoofdkantoor gesloten en naar Bussum overgebracht.

Veel Amsterdammers waren bekend met de chocolade van Bensdorp. In zijn autobiografie ‘In de ochtend van het leven’ (1941), schrijft Theo Thijssen dat hij met zijn broertje regelmatig naar de Bensdorp Chocoladefabriek aan de Amstel wordt gestuurd om dozen chocolaatjes op te halen die zijn moeder daar had besteld. Moeder Thijssen dreef van 1891 tot 1898 in de Jordaan een kruidenierswinkel met ‘brooddepôt’ en snoeptafel. Soms kregen de jongetjes van een vriendelijke juffrouw van de fabriek een chocolaatje voor onderweg naar huis. En in ‘Brieven aan mijn kleinzoon’ (1975) vertelt Abel J. Herzberg hoe zijn zeer gelovige Russisch-joodse grootouders een etage hadden betrokken in de Paardenstraat. In de voorkamer hadden zij een sjoeltje ingericht, en ‘de voorkamer had drie ramen aan de straatkant, die uitzicht gaven op een chocoladefabriek.’

 

Bronnen

Over architect A.J. Joling, zie www.architektantonjoling.nl.

Over de tegeltableaus van Theo Molkenboer, zie www.vriendennederlandstegelmuseum.nl.

Over de firma Bensdorp: zie www.historischekringbussum.nl. Artikel M. van der Heide.